Onderdelen
- Spelbord
- Een stapel kaarten
- 16 pionnen (4 elk in vier kleuren)
Spelbord
-
De glijbanen
Sommige delen van de baan hebben "glijbanen". De driehoek is het begin van de glijbaan en het rondjee is het einde.
Als een pion eindigt bij het begin van een glijbaan (met kleur van een tegenstander), dan zal de pion glijden tot aan het einde van die glijbaan.
Maar als een pion landt in het midden van die glijbaan, dan zal hij worden teruggestuurd naar zijn respectievelijk startveld.
-
Veiligheidszone
Dit zijn de gekleurde vierkantjes die leiden naar uw huis en uw pionnen zijn hier veilig omdat geen pionnen van andere spelers op kunnen komen.
Een speler kan alleen de veiligheid zones die overeenkomen met de kleur van zijn pion betreden.
-
Het huis
Dit is de eindbestemming van uw pionnen. Je kan hier alleen komen door een exacte telling.
Opstelling
Kies een kleur en plaats de pionnen op hun startveld.
Schud de stapel kaarten en leg ze verdekt op het "plaats hier uw kaarten"-teken.
Deel 5 kaarten aan elke speler.
Kies een speler die kan beginnen. (vaak de jongste speler).
Spelverloop
Tijdens zijn beurt moet een speler doen:
Kies een kaart uit je hand.
Speel deze kaart en verplaats één van je pionnen volgens de instructies van de kaart.
Trek een nieuwe kaart en voeg die toe aan uw hand.
Je kan met je pionnen over andere pionnen springen en als een pion eindigt op een veld dat wordt bezet door een andere pion, dan wordt de bezettende pion teruggestuurd naar zijn startpositie.
Om een pion verplaatsen van uw startpositie naar de vrije baan, moet je ofwel een 1 of een 2 spelen (trekken).
Als je op een moment niet kan bewegen, verlies je je beurt, maar anders moet je bewegen.
Zodra een pion thuiskomt, kan hij niet niet meer bewegen voor de rest van het spel.
De kaarten
Kaart | Instructies |
1 | Verplaats een pion 1 plaats naar voren. |
2 | Verplaats een pion 2 plaatsen naar voren. |
3 | Verplaats een pion 3 plaatsen naar voren. |
4 | Verplaats een pion 4 plaatsen naar achter. |
5 | Verplaats een pion 5 plaatsen naar voren. |
7 | Verplaats een pion 7 plaatsen naar voren. of deel 7 voorwaartse plaatsen tussen twee pionnen. |
8 | Verplaats een pion 8 plaatsen naar voren. |
10 | Verplaats een pion 10 plaatsen naar voren. of verplaatst een pion 1 plaats naar achteren. |
11 | Verplaats een pion 11 plaatsen naar voren. of wissel uw pion met een pion van uw tegenstander.(*) |
12 | Verplaats een pion 12 plaatsen naar voren. |
(*) Je hoeft de wissel niet te doen en ALS je ook geen 11 plaatsen vooruit kunt gaan. Je kan de 11 ook niet gebruiken voor pionnen in de veiligheidszone.
Als de stapel geen kaarten meer heeft, moet je de gebruikte herbruiken (Schud wel eerst de stapel).
Het winnen van het spel
De eerste speler die al zijn 4 pionnen thuis krijgt, wint het spel.